Jouw hulp bij het uitvoeren van onderzoek en werken met SPSS

SPSS Weergave typen

SPSS kent drie verschillende weergave typen die je tegen komt: data view, variable view en output view. Alle drie hebben ze een belangrijke unieke functie, maar staan ook in relatie tot elkaar. Vanuit de variable view ga je naar de data view, om vervolgens in de output view je resultaten te bekijken. De verschillende weergave typen zorgen voor een efficiënte werkomgeving.

Variable view

In de variable view kun je de variabelen van je onderzoek invoeren, welke door SPSS gebruikt worden als het fundament van verdere handelingen als analyses en toetsen. Je kunt in de variable view labels toekennen aan je variabelen en alle eigenschappen van de variabelen invoeren. Je zult de variable view vooral in het begin gebruiken, bij het opzetten van je SPSS databestand. De variable view biedt uiteindelijk een mooi overzicht van alle variabelen uit je onderzoek.

De variable view gebruik je dus vooral om variabelen te definiëren of snel wijzigingen aan te brengen in de bestaande variabelen. Lees hier meer over variabelen. Het definiëren van variabelen is een proces waar je goed over na moet denken, omdat je anders tegen problemen aan kunt lopen wanneer je analyses en toetsen gaat uitvoeren.

Data view

In de data view van SPSS kun je handmatig data invoeren en toevoegen aan je databestand. Data staat voor je onderzoeksdata, de resultaten van een enquête, waarnemingen van observaties of de antwoorden uit interviews. Lees hier meer over data. In de data view zie je kolommen en rijen. Iedere variabele heeft een eigen kolom gekregen wanneer je deze ingevoerd hebt in de Variable view. Wanneer je data gaat invoeren vul je per rij de resultaten in de kolommen in.

Je kunt in de data view ook bestaande data bewerken, maar dit is vaak niet de bedoeling. Meestal is de data in de data view gebaseerd op waarnemingen of resultaten en wanneer je die gaat aanpassen komt de data niet meer overeen met de waarheid. Als je denkt dat het toch nodig is om data te bewerken, kan je vanuit de data view ook naar het Transform menu gaan. In het transform menu kun je data bewerken volgens de richtlijnen van SPSS en daarmee blijft je data bestaan overeenkomstig de waarnemingen of resultaten uit je enquête.

Output view

De output view van SPSS is het scherm waar resultaten van analyses, toetsen en het uitdraaien van tabellen en grafieken in weergegeven worden. Het biedt je de mogelijkheid om de output snel en makkelijk te kopiëren of te delen. Je kunt het output scherm ook opslaan en later snel openen op je eigen computer, of doorsturen naar een andere computer.

Vanuit het output scherm kun je resultaten ook handig exporteren naar andere programma's zoals Excel of Word. Je kunt dit doen door te kopiëren en plakken of via het File menu. Vervolgens kun je daar de tabellen of grafieken bewerken, of nieuwe grafieken genereren op basis van de output uit SPSS. Lees hier meer over output.

Je kunt in het output scherm ook de gegenereerde ouput bewerken door met de rechtermuisknop te klikken op de tabel of grafiek in kwestie.

SPSS Handleiding

  1. Installeren en opstarten
  2. Menustructuur
  3. Begrippen
    1. Variabelen
    2. Data
    3. Labels
    4. Output
  4. Weergave typen
  5. Databestand
    1. Variabelen definiëren
    2. Onderzoeksdata invoeren
    3. Onderzoeksdata importeren
  6. Data bewerken
    1. Labels maken
    2. Variabelen hercoderen
  7. Tabellen
    1. Kruistabellen
  8. Analyses en toetsen
    1. Correlatie analyse
    2. Cronbach alpha analyse
    3. Factor analyse
    4. Regressie analayse
    5. Variantie analyse
    6. Pearson's analyse
    7. Spearman's analyse
    8. T-toets
    9. Chi-kwadraat toets
  9. Grafieken en diagrammen
    1. Grafiek
    2. Staafdiagram
    3. Histogram
    4. Boxplot
    5. Scatterplot
  10. Output exporteren
    1. Exporteren naar Excel